Verslag excursie Op zoek naar de klapekster in het Leersumse Veld
o.l.v. Aat Schaftenaar
zondagochtend 10 maart 2024
Verslag van Ab Voskamp
Op de vroege zondagochtend verzamelden we met z’ n dertienen bij de picknicktafel tegenover de werkschuur van Staats Bos Beheer (SBB). Onder leiding van gids en vogelkenner Aat Schaftenaar trokken we de heide in, op zoek naar de klapekster. Het was een mooie ochtend en in de bosranden klonken de liedjes van roodborst, vink, winterkoning en koolmees. Een groepje staartmezen trok hoppend van boom tot boom even met ons op. In een grove dennenbosje zat een kuifmees.
Boven de heide klonk de zang van de boomleeuwerik met de kenmerkende langzaam wegstervende heldere klanken. De boodschap was duidelijk: dit is mijn territorium, mannelijke soortgenoten wegwezen. De boomleeuwerik is makkelijk te herkennen aan zijn brede vleugels en korte staart. De open gebieden van het Leersumse veld bieden een uitstekende habitat voor de boomleeuwerik en de strijd om de territoria was in volle gang.
Tussen de zingende boomleeuweriken verschenen plots twee baltsende sperwers. De twee sperwers gingen zo in elkaar op dat de zangvogels (normaliter prooi) niet eens voor ze wegvluchtten. De sperwers verdwenen uit beeld en werden even later gevolgd door een torenvalk.
In de verte hoorden we roep van een zwarte specht
In het open veld en de heide zaten diverse roodborsttapuiten. Zie je er eenmaal ėėn dan zie je ze overal. Vooral de mannetjes met hun gitzwarte kopje en rood/oranje borst zijn gemakkelijk te spotten op de polletjes of boompjes waarop ze graag zitten.
Er scharrelden ook twee grote lijsters over de heide. Een stuk groter en grijzer dan de bekende zanglijster, die liever in het bos zit.
Sijsjes op de trek naar Oost- en Noord Europa kwamen in groepjes tussen de bomen voorbij. Een zanglijster zong z’n sprankelende liedje (let op de drievoudige herhaling in zijn liedje) hoog in de bomen en een gaai maakte zich uit de voeten met zoveel mensen op het pad.
Het Leersumse veld was nat. De plassen waren groter dan ze in jaren geweest zijn, stroken bos waren ondergelopen en niet alle paden waren begaanbaar. Op een paaltje zat een buizerd. Een havik landde ergens in het natte veld en verdween uit beeld. Weer hoorden we de roep van de zwarte specht. Een eenzame graspieper vloog voorbij. We hoorden en zagen diverse grote bonte spechten. De roffels klonken van ver. Eėn roffel hield bijzonder lang aan en dat is het kenmerkt van de kleine bonte specht. We vonden hem op de stam van een laag boompje. Goudhaantjes tussen de naaldbomen.
We namen de goed begaanbare dam tussen de laatste twee plassen, begeleid door een groepje pimpelmezen. Enkele paartjes wilde eend. We bogen af naar de vogelhut en keken uit over de laatste grote plas. Enkele paren grauwe gans, meerkoeten, enkele krakeenden en naar mosseltjes en waterbeestjes duikende kuifeenden. Groepje overvliegende aalscholvers, met duidelijk zichtbaar het heldere wit op de flank en rond de snavel dat hen in het vroege voorjaar siert. Geen dodaars helaas. Langs het lange pad vanaf de vogelhut terug richting uitgang zagen we tussen de hoge grove dennen eindelijk onze zwarte specht . Een paartje dat elkaar luid roepend achterna zat. Ook zagen we een zwarte mees, eveneens een liefhebber van naaldbos, hoewel niet perse alleen van grove den zoals de kuifmees. De boomklever is in dit jaargetijde gemakkelijk te herkennen aan zijn luide roep en er zaten er diverse langs het pad, evenals een paartje grote lijster.
Aan de waterzijde van het pad hoorden we (Aat) plotseling de roep van een dodaars met lentekriebels . Enkele van ons zagen ‘m tussen de bomen door over het water scheren.
De grote verrassing kwam op het eind. Ik bedoel dan niet alleen de koffie die Gerda en Anita tevoorschijn toverden aan de picknick tafel, maar ook de rode wouw die over de SBB werkschuur vloog en zich schitterend liet zien.
Het was een mooie wandeling in goed gezelschap en met een geweldige gids (Aat) die alles ziet en hoort en overal een verhaal bij heeft. We telden in totaal 31 soorten.
En o ja, de klapekster hebben we niet gezien, die schijnt tijdens de najaarstrek wel gezien te zijn, maar heeft elders overwinterd.
Gezien:
Boomleeuwerik
Sijs
Winterkoning
Roodborst
Sperwer (baltsend)
Torenvalk
Koolmees
Staartmees
Vink
Zwarte Specht
Grote Lijster
Aalscholver
Roodborsttapuit
Buizerd
Kuifmees
Gaai
Grauwe Gans
Zanglijster
Wilde Eend
Havik
Graspieper
Goudhaantje
Grote Bonte Specht
Kleine Bonte Specht
Kuifeend
Boomklever
Meerkoet
Krakeend
Dodaars
Zwarte mees
Rode Wouw