Verder met De Kolk
We hebben in het vorige artikel (Het ontstaan van Maarn-Maarsbergen Natuurlijk) kunnen lezen dat de vereniging is ontstaan uit de werkgroep De Kolk. Na de eerder beschreven schoonmaakacties moet er nog veel gebeuren.
Een beheerplan is met hulp van allerlei instanties gemaakt, nu nog de uitvoering. Na uitvoerige discussie besluit de gemeenteraad een krediet van f. 30.000,- ter beschikking te stellen en ontwikkeling en beheer van De Kolk in handen van Maarn-Maarsbergen Natuurlijk te geven. Dit is heel bijzonder, de gemeente had ook kunnen besluiten om de kolken definitief dicht te gooien en er een parkje van te maken. We citeren het Utrechts Nieuwsblad van 15 mei 1984:
MAARN – De Maarnse gemeenteraad besloot gisteravond met een meerderheid van zes tegen vier stemmen om dit jaar 30.000 gulden beschikbaar te stellen voor het ruimen en afvoeren van 3000 kubieke meter puin uit het natuurgebied "De Kolk". Een groot gedeelte van dit waterrijke gebied in Maarsbergen met zijn uitzonderlijke amfibiënbevolking werd zo'n twaalf jaar geleden volgestort met puin en afval.
Uit het verslag blijkt verder dat het zeker niet om een gelopen race gaat, er wordt hevig gediscussieerd, een aantal raadsleden is tegen en pas op het laatste moment gaan een paar twijfelaars over de streep. Op 4 juni 1984 is het dan zover. De firma Schoonhoven start met behulp van groot materieel het puinruimen. Naar schatting wordt die week ongeveer 2000 kubieke meter puin weggehaald en ontstaat een derde kolk tussen de twee oorspronkelijke kolken in.
Beheer van De Kolk
In de jaren daarna wordt er nog veel werk aan De Kolk verricht op basis van het beheerplan en met financiële steun van onder andere de gemeente en het Anjerfonds. In het najaar worden meestal enkele werkdagen gepland. Om een voorbeeld te geven: op 18 oktober 1986 gaan 4 groepen van respectievelijk 3, 3, 6 en 12 mensen aan de slag. Zij hebben de beschikking over 10 kruiwagens, 2 dregharken, 1 riek, 6 paar werkhandschoenen, 6 schoppen en 2 takels. Er worden bij sommige dagen ook werkloze jongeren en scouts ingezet. Op 28 oktober 1989 is de nationale dag 'Werken in het Landschap' die in Maarn besteed wordt aan, u raadt het al, De Kolk!
In een bestuursvergadering van MMN op 14 december 1989 wordt gemeld dat op een wereldconferentie over amfibieën de Nederlandse afgevaardigde onze Maarsbergse Kolk noemt als voorbeeld van herstel van een herpetologische biotoop. Ook lezen we in het betreffende verslag dat onze Kolk tot de top-drie poelen van Utrecht behoort. Er is daar in Maarsbergen toch wel iets heel bijzonders tot stand gebracht!
Volgens de archieven staat er op 22 oktober 1994 nog een schoonmaakdag voor De Kolk gepland. Waarschijnlijk is er vanaf 1994 of 1995 jaarlijks een werkdag in De Kolk gehouden, voor het reguliere onderhoud. De eerste 9 of 10 jaar is er gewerkt onder leiding van vooral Ineke Breedveld, geassisteerd door Willemijn en enkele deskundigen en natuurlijk een grote groep vrijwilligers. Toen Kees van Lambalgen in 1993 als landschapscoördinator ging werken is het werk geleidelijk overgenomen, maar nog jaarlijks werd er een ronde gelopen met de dames van het eerste uur om te bespreken wat er gedaan kon worden. In 1996 is besloten om een beheervisie voor De Kolk te schrijven met een looptijd van 10 jaar. Met geld van de gemeente is er toen door Landschapsbeheer Utrecht een rapport geschreven, met gewenste werkzaamheden voor De Kolk 1997-2007. Dus kon vanaf die tijd dit rapport geraadpleegd worden, bij de jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden van De Kolk.
Werken in het landschap
In 1994 is er gestart met andere werken in het landschap, waarbij wij houtwallen gingen zagen en wilgen gingen knotten of soms poelen gingen schonen. Op 28 januari 1995 staat voor de eerste keer een wilgenknotdag gepland. Zo langzamerhand heeft De Kolk wat minder energie nodig en richt de werkgroep de aandacht ook op andere onderdelen van het landschap. Werkers van het eerste uur waren onder meer Bob Laporte Sr, Gonda Laporte, David Vroon, Jan Prins. Ook Cor van Bergeijk, Jeltje Bijleveld en Alie Lootsma waren vanaf de beginjaren actief. Later kwamen daar weer andere actieve families bij zoals onder meer Jaap en Joke de Bruijn met hun zoons Douwe en Jelle.
Meestal werd er drie à vier dagen per winterseizoen gewerkt. De laatste jaren gebeurt het ook regelmatig dat er tussendoor bovendien nog wordt gewerkt met een kleinere club.
Het werken in het landschap geeft veel voldoening voor de vrijwilligers, en is altijd een gezellig gebeuren. Er wordt altijd door een lid van MMN koffie geschonken met iets erbij en vaak wordt er na afloop iets warms geserveerd.
Vooral de sfeer is belangrijk bij het werken in de vrije en fraaie natuur van Maarn en Maarsbergen. Zo gebeurde het een keer dat een van de deelnemers een motorzaag meebracht om de produktie wat op te voeren, maar dat viel bij diverse vrijwilligers niet in goede aarde. Men wilde graag ongestoord en zonder herrie of stank lekker zagen in de vrije natuur. Als daar motorzagen aan te pas moesten komen zouden sommigen zelfs naar huis gaan! Op die dag is toen ook de beslissing genomen om niet met motorzagen te gaan werken. Dan maar wat minder gedaan.
De sfeer was en is dus het belangrijkst gebleven en dat blijkt een goede keus. In de loop der jaren is ook een vertrouwensrelatie ontstaan met veel boeren en andere grondeigenaren waar al regelmatig door onze club gewerkt is en waar de club een enkele maal ook aan de koffietafel heeft gezeten. Dit bevordert het wederzijds begrip tussen de bewoners van het buitengebied en de dorpsbewoners.
door:Cees van Lambalgen