Licht, lucht en ruimte. Deze kernachtige samenvatting loopt als een rode draad door het thema van de Open Monumentendag 2007. Dat thema luidt: 'Monumenten van de twintigste eeuw'; van 1900 tot 1965. 'Licht, lucht en ruimte' is een beroemd geworden slogan, die gebruikt werd om het 'Nieuwe Bouwen' of 'functionalisme' aan te duiden in de bouwkunst. Aan de wieg van het 'Nieuwe Bouwen' stond de architect H.P. Berlage, die met zijn heldere constructies en eerlijk materiaalgebruik een nieuwe manier van bouwen, wonen en werken introduceerde. Zijn voorbeelden en theorieën werden opgepakt door de architecten van de Amsterdamse School die op hun beurt weer de 'licht, lucht en ruimte'- principes toepasten in hun ontwerpen voor de talloze woningbouwprojecten die tussen 1910 en 1930 gerealiseerd werden. Verreweg de meeste goede voorbeelden van deze manier van bouwen staan in Amsterdam; vandaar de naam 'Amsterdamse School'. De stijl kenmerkt zich door golvende lijnen, veel eerlijk houtwerk, grote ramen en fraai afgewerkte details (nu zouden we het 'design' noemen), verwerkt in een degelijke bouwkunst. In 1901/1902 was de 'Woningwet' in werking getreden en dat betekende – eindelijk – dat de overheid verplicht was mensen met een kleine beurs een goede woning aan te bieden. Voor de komst van de woningwet was het slecht gesteld met de huisvesting van de bevolkingsgroep met een laag inkomen. Zij bevolkten de krotten, kelders en plaggenhutten!
De Rijksbijdragen voor woningbouw stimuleerden tevens grote fabrieken en ondernemingen om woningbouwprojecten op te starten voor de werknemers. Dat had natuurlijk ook voordelen voor het bedrijf. Betere woonomstandigheden voor de arbeider – meer 'licht, lucht en ruimte' – betekende een betere gezondheid en dat staat, net als nu, voor minder kosten en meer productiviteit. Binnen die context namen de Spoorwegen, samen met de toenmalige Gemeente Maarn, rond 1920 het initiatief voor de bouw van de wijk Tuindorp. Er verrezen vijfenzeventig woningen en drie winkel/woningen speciaal voor de Spoorwegmedewerkers die werkzaam waren in De Zanderij. De wijk Tuindorp is nu een 'modern monument' en valt dus binnen het thema van de Open Monumentendag. Maar ook het oude station van Maarn, gebouwd in 1910, valt onder deze categorie monumenten.
De Zanderij heeft een bewogen geschiedenis, die zich afspeelde rondom de enorme bedrijvigheid voor de Spoorwegen en de zandwinning. Die historie nam zijn aanvang met de aanleg van het spoortraject Utrecht-Arnhem halverwege de negentiende eeuw. Duizenden arbeiders werkten er en men noemde ze de 'aardegravers' die met de 'zweetlepel' (een schop) in de hand dag-in-dag-uit het zand verplaatsten. Over die noeste arbeid is een boekje samengesteld. En dat gaat natuurlijk ook over de komst van de trein, over de stations van Maarn en Maarsbergen en over de idealistische idee achter de bouw van Tuindorp.
'Treinen door Maarn en Maarsbergen' verschijnt op 8 september. Het is een uitgave van de Cultuurhistorische Commissie van de Vereniging Maarn-Maarsbergen Natuurlijk. Voor € 5,- kunt u het boekje aanschaffen tijdens en na de Open Monumentendag.
Het programma van alle activiteiten (in alle kernen van de gemeente) voor deze dag vindt u in de (gratis) Open Monumentenkrant die verschijnt op 30 augustus.
Nicole van der Schaaf namens de Cultuurhistorische Commissie, foto Kunst+Vliegwerk