In het gebied bij Woudenberg en Maarsbergen moest je lang geleden vaak uitkijken voor natte voeten. Het gebied lag laag en er was veel wateroverlast die weer vaak voor ruzie zorgde.
Om waterhinder tegen te gaan (en ruzies tussen buurgemeenten te vermijden) zijn er dijken aangelegd. Die waren lang niet zo hoog als de dijken aan de kust van ons land maar ongeveer een halve meter hoog. Ze waren soms ook in gebruik als weg, daarom zijn ze bijna 4 meter breed. De zogenaamde hinderdijk is nog te zien bij de grens van Maarsbergen en Woudenberg; de dijk kruist de Woudenbergseweg. Omdat dit deel van de dijk door monniken (dat waren kloosterlingen) is aangelegd, heet het de Monnickendijk. Die naam zie je ook nog op oude kaarten terug. Nu staat er een infobord over de hinderdijk bij de recreatieplaats halverwege het fietspad dat loopt van de Maarsbergseweg naar de Rumelaarseweg.
Ooit geweten dat de Ted Visserweg vroeger de Koeisteeg heette? Dat kwam omdat de koeien toen over deze weg vanuit de boerderijen naar de weiden in de Meent werden gebracht. De koeien kwamen langs de zandheuvels die toen de naam Koeheuvels kregen. Vroeger graasden er schapen op de huidige plek van de Koeheuvels. Het gebied was er eentje van stuifzand en heide. De mest van de schapen werd gebruikt om de grond van akkers vruchtbaar te houden. Maar doordat boeren teveel schapen lieten grazen in het gebied, gingen alle planten weg en was er alleen nog zand. Dat zand ging verstuiven waardoor het ook op omliggende akkers kwam en daar planten liet stikken. Toen men kunstmest ging gebruiken in plaats van schapenmest, groeide en bloeide de planten en bomen op de Koeheuvels zo dat het bijna een oerwoud werd. Toen moest men weer iets bedenken en is het gebied grondig aangepakt. Bomen en struiken werden verwijderd, de heide bleef. De Koeheuvels nu zien er weer uit als 100 jaar geleden.
En let op: je kunt er een hazelworm tegenkomen. Dat is een kleine en gladde hagedis zonder poten die op een slang lijkt. Gelukkig is hij ongevaarlijk!