Buitenplaats Maarsbergen

HuisMaarsbergen001

De eerste aanleg van de structuur van het landgoed dateert uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Samuel de Marez (1629-1691), een rijke koopman uit Amsterdam, had in 1656 geheel Maarsbergen gekocht voor een bedrag van f 85.000,-. Daarnaast investeerde hij een bedrag van f 200.000,- om het in de Tachtigjarige Oorlog verwaarloosde kasteel (tot dan toe proosdijhuis) en landgoed op te knappen. Een groot deel van het geïnvesteerde bedrag is besteed aan de omvorming van het terrein rondom het kasteel tot een groot park in Hollands-classicistische stijl.

Een goed beeld van deze aanleg geeft de kaart die landmeter Justus van Broeckhuysen in 1716 maakte van de Ambachtsheerlijkheid van Maarsbergen. De hoofdstructuur van de aanleg, met een breedte van 450 meter en een lengte van ruim 2000 meter, bestaat uit drie lange noord-zuid lopende zichtassen. De noordzijde van de aanleg werd gevormd door de huidige Haarweg/Tuindorpweg. Door de aanleg van de spoorlijn en later de rijksweg A-12 is het noordelijk deel van de historische aanleg doorsneden. De middelste dwarsas wordt gevormd door de Maarnse Grindweg. De 17e eeuwse hoofdstructuur is nog altijd in grote lijnen en deels in detail aanwezig en bepaalt in sterke mate het karakter van het landgoed. De Wijkerweg, waar u nu op loopt, is de westelijke zij as. Deze loopt ruim 200 meter ten westen (parallel) van de centrale as van het landgoed, (Heerensteeg, deels Woudenbergseweg), waar onder andere de Grote en de Kleine Bloemheuvel aan liggen. Aan de oostzijde wordt de aanleg afgesloten door een andere laan (de Kooisteeg), die gericht is op de top van de Folcoldusheuvel (de Pol).

HuisMaarsbergen001

Hierboven een schilderij van de buitenplaats en het kasteel Maarsbergen gemaakt door van Allard van Everdingen in de periode 1656-1675.

De lanen van de hoofd- en zijassen zijn aan weerszijden beplant met een dubbele rij laanbomen van inlandse eik, beuk en later ook Amerikaanse eik. Langs de assen liggen op meerdere plaatsen ook nog houtwallen met aan weerszijden een greppel. Deze houtwallen dienden voor het leveren van boerengeriefhout (palen, stelen voor gereedschap) en brandhout. Iedere 10 tot 12 jaar werden ze gekapt. Het hout werd in kleine percelen verkocht. Het nummer van de te verkopen brandhoutpercelen werd aangegeven op eikenbomen die op de uiteinden bleven staan. Langs de westzijde van de hoofdas zijn deze eiken, zogenaamde nummerhouten, nog fraai te zien op de rand van het weiland.

Er zijn overigens nog meer elementen van de oorspronkelijke aanleg bewaard gebleven zoals de ringwal rond de Folcoldusheuvel, de halfcirkelvormige afsluiting aan de zuidzijde en de cirkelvormige wal (de Paraplu) op de zuidwestelijke hoek van de historische aanleg. Deze zijn nog steeds goed zichtbaar in het terrein.


Huis Maarsbergen – Rijksmonument 26336, 509611, 509658-75, Maarnse Grindweg 30

Huis Maarsbergen heeft een zeer oude geschiedenis. Tussen 1134 en 1648 was het gehele grondgebied van Maarsbergen een uithof van de Norbertijner abdij van Berne. Uithoven, later proostdijen genaamd, waren in de middeleeuwen agrarische bedrijven van kloosters. Ze waren in het algemeen veel groter dan particuliere boerderijen. Zij werden gesticht om de geschonken of op andere wijze verworven landerijen, die dikwijls ver van de abdij verwijderd lagen, te exploiteren. Ook Maarsbergen was een schenking. In 1134 gaven ridder Folcoldus van Berne en zijn vrouw Bescela van Someren het gebied aan de abdij.

De Maarsbergse uithof bestond in eerste instantie uit één of meer (houten) boerderijen, schuren en een kerk. Hiermee was de uithof, ondanks de geringe omvang, een belangrijk centrum in de dunbevolkte streek. Maarsbergen kreeg daardoor kansen om uit te groeien tot een dorp van enige betekenis in een gebied met veelonontgonnen grond. In 1218 brandden de kerk en kloosterboerderij af en in 1430 troffen de opvolgers van deze gebouwen hetzelfde lot. Het in de 15e eeuw herbouwde proosdijhuis is vrijwel zeker identiek aan de oudste gedeelten van het huidige huis. Het omgrachte rechthoekige huis had twee diagonaal tegenover elkaar gelegen ronde hoektorens en twee arkeltorentjes. De proosdij en de pachters van de hoeven zorgden voor een betere afwatering van het gebied, waardoor steeds meer grond met succes kon worden ontgonnen. In 1536 waren er 17 boerderijen in Maarsbergen, in 1656 waren het er 19 en in 1716 ten slotte 20.

In 1648, het jaar dat de Tachtigjarige Oorlog ten einde liep, werd Maarsbergen door de Staten van Holland geconfisqueerd en de proosdij hield op te bestaan. In 1656 verkochten de Staten de voormalige proosdij (huis, grond en woningen) aan Samuel de Marez (1629 – 1691), een puissant rijke koopman die woonde in Utrecht en Amsterdam. De familie de Marez, die Maarsbergen in bezit hield tot 1764, verbouwde het proosdijhuis tot een schitterend landhuis en legde er een grote, formele Hollands-classicistische tuin omheen. Op de kaart uit 1716 van Justus van Broeckhuysen zien we het omgrachte huis centraal liggen in een stelsel van evenwijdige lanen, waarbij de oostelijke laan naar de Folcoldusheuvel leidt. Het huis ligt temidden van 24 rechthoekige en vierkante sierperken. De hoofdstructuur is, ondanks een nieuwe aanleg in het begin van de 19e eeuw, thans nog in grote lijnen aanwezig.

HuisMaarsbergen003 HuisMaarsbergen002

De eerste afbeelding is van Serrurier naar een tekening van Cornelis Pronk uit 1731, de tweede is een prent naar een tekening van P. J. Lutgers uit ca. 1868.

Tussen 1764 en 1804 ging Maarsbergen verschillende malen in andere handen over en raakte het landgoed versnipperd en verwaarloosd. In 1804 werd het Kasteel en een belangrijk deel van het vroegere landgoed gekocht door mr. Jan Andries du Bois (ca. 1778 – 1848), een advocaat bij het Hof van Holland. In de tijd van de familie Du Bois (1804 – 1882) onderging het huis grote veranderingen. Zo lieten zij onder andere de beide ronde hoektorens slopen en voegden een tweede vleugel aan de achterzijde toe, waardoor het huis in diepte werd verdubbeld. Ook kreeg het huis kantelen en werd een (witte) pleisterlaag aangebracht. Voorts werd de voorburcht gesloopt. Midden voor het huis, in het grasveld, werd een rode beuk geplant. Deze monumentale boom met een prachtige kroon verkeert nog steeds in een goede conditie. Er werd een gebogen oprijlaan aangelegd, die de oprijlaan (Heerensteeg) verving die recht op het huis aanliep. Langs de nieuwe oprijlaan verscheen het koetshuis met paardenstal en schuur, terwijl bij de ingang een portierswoning werd gebouwd.

Ook het park onderging onder du Bois grote veranderingen. Onderdelen uit de geometrische aanleg werden verlandschappelijkt, zoals de singels ten noorden en ten zuiden van het huis en de beukenlanen ten oosten en ten westen ervan, de paden rondom de Folcoldusheuvel (de Pol) en de weide achter het huis. In de loop van de 19e eeuw kreeg bosbouw naast landbouw een plaats op het landgoed Maarsbergen. Dit als gevolg van de toegenomen vraag naar eikenschors (leerlooierijen) en mijnhout. Aanvankelijk richtte men zich op de eikenhakhoutcultuur. Na het midden van de 19e eeuw werd steeds meer naaldbos aangelegd, voornamelijk grove den op voormalig bouwland.

In 1882 verkoopt de dochter van Jan Andries du Bois, Geertruida Adriana, het landgoed aan jhr. mr. Karel Antoni Godin de Beaufort (1850-1921). Deze man heeft een groot stempel gedrukt op de huidige verschijningsvorm van het landgoed. Hij is degene geweest die de grootschalige bebossing van de bouwlandpercelen heeft voortgezet en de ontginning van de heide, zowel ten behoeve van landbouw als bosbouw, voortvarend heeft aangepakt.

HuisMaarsbergen004 HuisMaarsbergen005

Zijn zoon jhr. Johan Willem Godin de Beaufort (1877-1950), gaf Huis Maarsbergen zijn 17e eeuwse verschijningsvorm weer terug. In 1930 werd de witte pleisterlaag verwijderd en onder leiding van architect Chr. van Liempd werden twee nieuwe hoektorens opgemetseld. Omdat Godin de Beaufort niet de achterbeuk van Du Bois wilde slopen, zijn de torens van grotere omvang dan de oorspronkelijke uit de 17e eeuw. Het wapen boven de voordeur van het Kasteel, door de familie Du Bois verwijderd, is door Johan Willem Godin de Beaufort weer teruggebracht.

Sinds 1976 heeft de dochter van Johan Willem, Cornelie Petter – Godin de Beaufort, de bedrijfsvoering van het landgoed voortgezet. Inmiddels samen met haar dochter Willemina heeft zij het beheer gericht op de instandhouding van het landgoed als een samenhangend geheel met behoud van de cultuurhistorische waarden. Landgoed Maarsbergen biedt een mooi landschap van bijna 400 hectare bos en landbouwgrond, met als functies wonen, bosbouw, landbouw, natuurbeheer en rustige vormen van recreatie.

Voormalige schuren – Rijksmonument 509659, Maarnse Grindweg bij 30

Naast het koetshuis ligt het schurencomplex. Eigenlijk bestaat het complex uit twee aaneen gebouwde schuren. De zuidelijke schuur dateert uit het midden van de 19e eeuw. In de voorgevel, die een grote gelijkenis vertoont met de voorgevel van het bakhuis van boerderij De Cruijvoort, zit een driedelig venster (verhoogd middendeel) met luiken onder gepleisterde lijsten. Hierboven is een rond venster aanwezig onder dito lijsten. De achtergevel en de rechterzijgevel zijn niet meer oorspronkelijk (in de 20e eeuw uitgebouwd). Voorin deze schuur was vroeger het rookhok, waar hammen en worsten voor het Kasteel, maar ook wel voor pachtboeren en dagloners die geen rookkast in de schoorsteen hadden, werden gerookt. De noordelijke schuur dateert uit het begin van de twintigste eeuwen diende voorheen als varkensschuur met buiten uitloop, wagenschuur en timmerwerkplaats. Op dit moment wordt het schurencomplex onder meer gebruikt door de plaatselijke schietvereniging S. V. Juliana. In 2002 zijn de schuren verbouwd tot kantoor.

HuisMaarsbergenSchuren001 HuisMaarsbergenDuiventoren001


Duiventoren – Rijksmonument 509661, Maarnse Grindweg bij 30

De duiventoren bij Huis Maarsbergen ligt in de nabijheid van de Maarnse Grindweg op de noordoostzijde van het terrein vóór het huis. Boven de deur is ANNO 1685 geschilderd, maar het gebouwtje stamt uit de 19e eeuw. Zie de foto hierboven.


Oranjerie, tuinmuur en kassen – Rijksmonument 509662, Maarnse Grindweg bij 30

De oranjerie is in 1905 gebouwd. Slechts aan één kant (de zonkant) bevindt zich een glazen wand. In de oranjerie kunnen daarom vorstgevoelige planten overwinteren. Oorspronkelijk waren dat bij veel buitenplaatsen oranje-appelboompjes (sinaasappelbomen), vandaar de naam. Bij Kasteel Maarsbergen is de oranjerie nog steeds in gebruik.

De oranjerie is een smal, hoog opgaand bakstenen gebouw met een rechthoekige plattegrond, een vooruitspringend middendeel en een zogenaamd mansardedak. De fraaie voorgevel heeft een symmetrische indeling met drie aaneengesloten, smalle hoge glasdeuren met halfrond bovenlicht. De hierboven geplaatste driehoekige glaswand bestaat uit glas-in-Iood waarin naast elkaar drie roosvensters zijn aangebracht. Het muurvlak daar weer boven is met geschilderde houten latten beschoten en heeft drie kleine ronde vensters in een driehoek gerangschikt. In de zeer smalle, terugspringende traveeën aan weerszijden van het middenrisaliet staan twee boven elkaar geplaatste smalle vensters, waarvan het bovenste een glas-in-lood-raam met cirkelmotief en het onderste venster ongedeeld is. De zijgevels zijn blind. In de achtergevel zitten twee afgesloten deuropeningen: het ene met een houten luik, het andere dichtgezet. Erboven twee ronde vensters met ijzeren tracering. Aan de achterzijde zijn sporen van de vroegere trap aanwezig (zodat men op de zolder van de oranjerie kon komen). Een uitwendig rookkanaal voert naar een bakstenen schoorsteen op het dak, inwendig is de stooknis nog aanwezig. De vloer van de oranjerie is belegd met grijze plavuizen met bij de entree een strook van gekleurde siertegels.

Het heeft overigens weinig gescheeld of de oranjerie was aan het einde van de oorlog de lucht ingegaan. Er stond toen aan de achterzijde van de oranjerie een legervoertuig met pantservuisten en verschillende soorten springstof. Uit frustratie over de afloop van de oorlog wilde een Duitse officier het voertuig laten springen. Gelukkig kon dit worden voorkomen en bleef de oranjerie behouden.

Bij de oranjerie vinden we langs de paardenweide een tuinmuur uit het midden van de negentiende eeuw. Op de plaats van de paardenwei was vroeger de moestuin/boomgaard van het kasteel. Naast de oranjerie liggen ook twee oude kassen. De linker, kleinere kas was in gebruik als bloemenkas, de rechter als druivenkas. Aan de gebruikte bakstenen te beoordelen is de bloemenkas uit het midden van de negentiende eeuw en de druivenkas uit het begin van de twintigste eeuw. Beide kassen zijn rechthoekig en opgetrokken in bruinrode baksteen.
De bloemenkas, bestaande uit een hoge achterwand, een lage voorwand en schuin oplopende zijmuren, wordt momenteel gerestaureerd. In de achterwand bevindt zich een dichtgemetselde halfronde stookopening, in de rechter zijmuur een poortje met halfronde afsluiting en segmentboog. De ijzeren glasroeden zijn nog aanwezig, maar verkeren in een slechte staat. Van de druivenkas zijn nog slechts de achteren zijgevel, evenals de bakstenen aanzetten voor de glaspanelen aanwezig. In de oude tuin, tegenover de kassen, bevindt zich nog een rechthoekige, gepleisterde bakstenen bak met loden pomp. Deze leverde gietwater voor de tuin.
De Tweede Wereldoorlog is een belangrijke factor is geweest in de teloorgang van de moestuin. Tot de mobilisatie van 1939 was de moestuin nog in goede staat en zag ook het park rond het kasteel er florissant uit. Na de Duitse bezetting raakte het dagelijks leven ernstig ontwricht. De tuinbaas, baas Sterk, overleed in de eerste oorlogswinter, waardoor het toezicht op de tuinen wegviel. De collectie kuipplanten in de oranjerie was als onderdeel van de tuinen van Kasteel Maarsbergen het eerste slachtoffer. Omdat er geen goede brandstof meer was, viel de kachel van de oranjerie uit. De kuipplanten konden daar niet tegen. Op een gegeven moment moest een gedeelte van het kasteel worden ontruimd. Het meubilair dat daar stond, werd opgeslagen in de oranjerie en de kuipplanten werden nu geheel in de kou gezet. Met het jaarlijks plaatsen van de pot- en kuipplanten voor het kasteel viel vanaf dat moment geen eer meer te behalen. Voor zover de planten het al overleefden, waren ze het tonen niet meer waard. Ondanks de behoefte aan voedsel werd de moestuin – naarmate de oorlog vorderde – ingekrompen. Voor de broeibakken was immers geen mest meer, omdat de paarden door de Duitsers gevorderd waren. Ook was er geen varkensmest meer, want varkens werden niet langer (voor de Duitsers) gemest. Na de oorlog draaide de moestuin nog korte tijd op halve kracht door. Na het overlijden van jhr. J. W. Godin de Beaufort in 1950 raakte de moestuin buiten gebruik.

HuisMaarsbergenOranjerie001 HuisMaarsbergenOranjerie002


Koetshuis en stallen – Rijksmonument 509659, Maarnse Grindweg 32-34

Het koetshuis dateert uit het midden van de 19e eeuw. Tot in de dertiger jaren was er een koetsier op het landgoed. Daarna kwam er een chauffeur. Het koetshuis en de paardenstallen zijn nog steeds in gebruik. Het koetshuis ligt aan de oprijlaan van het kasteel. Het gedeeltelijk bepleisterde bakstenen bouwblok bestaat feitelijk uit een dwarsgelegen koetshuis met stalling en woonruimte en daarachter een boerderij. Het is in een opvallende stijl gebouwd. Met name de voorgevel is zeer fraai met een dubbele inrijdeur in de Maarsbergen-kleuren aanwezig, geflankeerd door zesruits rondboogvensters onder geschilderde lijsten met gedecoreerde aanzet- en sluitstenen. Op de eerste verdieping treft men drie zesruits schuifvensters met lijsten aan. De muurvlakken van de lagere delen worden onderbroken door bakstenen pilasters met bepleisterd basement en kapiteel en een rondboogvenster met bepleisterde aanzet- en sluitstenen. Achter de stallen staat een vierroedige hooiberg.

HuisMaarsbergenKoetshuis001 HuisMaarsbergenKoetshuis002


Begraafplaats op De Pol of Foldocusheuvel – Rijksmonument 509671, Maarnse Grindweg bij 30

De naam Folcoldusberg wordt voor het eerst vermeld in een akte van 1248. De ruim 38 meter hoge heuvel houdt de naam van de stichter van Maarbergen levend. Sinds 1910 is de berg als begraafplaats van de familie Godin de Beaufort in gebruik.

HuisMaarsbergenDePol001 HuisMaarsbergenDePol002


Inrijhekken – Rijksmonument 509666-8, Maarnse Grindweg bij 30

De inrijhekken aan de Maarnse Grindweg (twee) en de Wijkerweg (één) bestaan uit 18e eeuwse sierlijke smeedijzeren hekwerken, die door jhr. mr. K. A. Godin de Beaufort (ca. 1882) zijn geplaatst. In 1999 hebben de inrijhekken een restauratie ondergaan, zodat ze nu weer fraai staan te pronken op de toegangswegen van het kasteel.

HuisMaarsbergenInrijhekken001


Referenties

  • Maarn, geschiedenis en architectuur, pag 22, 137.
  • De Historische Buitenplaats Maarsbergen, pag 11.
  • Geloven in Monumenten, pag 18.
  • De Heerlijkheid van Maarsbergen.
  • KNOB Bulletin 2003-3 Maarsbergen. Van proosdijhuis tot kasteel.
  • CHC Collectie, de meeste foto’s gemaakt 8-9-2012 op de open monumentendag.
  • Wikimedia Commons
  • Website Utrechtse Buitenplaatsen:Huis Maarsbergen.
  • Wikipedia Lijst van rijksmonumenten in Maarn.
  • Landgoed Maarsbergen.

 

Deel dit bericht:
Gerelateerde berichten

Eindrapport Expeditie Achtertuin

In Nederlandse stadstuinen en op stadsbalkons leven honderden, zelfs duizenden, dier- en plantensoorten. Meestal worden die over het hoofd gezien als we denken aan “stadsnatuur”, maar ze

Lees verder »