Boerderij Berkenzand, Gemeentelijk Monument, Vinkenbuurtweg 6
Over de naam van deze Maarnse boerderij bestaat wat onenigheid, soms wordt het ook wel aangeduid als Berkenzaad. Berkenzand is echter het meest waarschijnlijk. Deze boerderij is voor 1751 ontstaan in de Birk-ontginning. Het gebied bestond daarvoor uit heidegrond met berkenopslag. De naam van de boerderij verwijst hier nog naar. Aan Berkenzand is in de loop der jaren veel verbouwd, maar mogelijk dateren onderdelen van de boerderij nog uit de achttiende eeuw. Voor de Tweede Wereldoorlog werd door de toenmalige eigenaar het besluit genomen om Berkenzand te slopen. Toen hij bij de pachters kwam kijken, vond hij de schouw in de woonkamer echter zo mooi, dat de sloop niet doorging. Berkenzand werd weer opgeknapt en kon gelukkig weer jaren mee. De boerderij heeft een wit gepleisterde voorgevel met een symmetrische vensterverdeling. De vensters hebben luiken. Berkenzand is een typische hallehuisboerderij met een driebeukige opzet.
De hoge middenbeuk (de halle) deed aan de achterzijde van het huis dienst als dorsvloer en de oogstopslag vond plaats op de zolder boven de gebintbalken. De oogst kon naar binnen worden gebracht door de grote deeldeuren of door het oogstluik daarboven. Ook kon het hooi en koren opgeborgen worden in een kapberg achter de boerderij. In de zijbeuken aan weerszijden van de deel bevonden zich de stallen, waar het vee met de koppen naar de deel stond toegekeerd. Tot het begin van deze eeuw bevonden zich in Berkenzand potstallen. De potstallen waren noodzakelijk voor het verzamelen van zoveel mogelijk mest. Gedurende de staltijd bleef de mest. die regelmatig werd afgedekt met een laag plaggen, in de stal liggen. Pas in het voorjaar, als de koeien weer naar buiten gingen, werd de potstal leeggeschept en werd de mest, vermengd met plaggen, over de akker verspreid.
Dit was een zwaar karwei. In het begin van de twintigste eeuw werden de grupstallen gebouwd. Mest en gier vielen in de grup en werden door de boer regelmatig verwijderd uit de stal. De grupstallen van Berkenzand zijn nog intact. De driebeukige opzet van de hallehuisboerderij is ook in het voorste woongedeelte nog terug te vinden. De middenbeuk was vroeger de dagelijkse woonruimte met stookplaats en schouw. In de zijbeuken lagen de berg-, slaap- (de bedsteden) en werkruimtes. Ook bevond zich in een zijbeuk de melkkelder en opkamer. Tot het begin van de twintigste eeuw maakten de Maarnse boerinnen zelf boter door de afgeschepte room met de hand te karnen. Daarna werd de melk opgehaald in bussen en vervoerd naar zuivelfabrieken in de omgeving.
Referenties
- Maarn, geschiedenis en architectuur, pag 180.
- De Marke Mandron/Manderen, pag 21.
- CHC collectie, foto’s 7-1-2013.
- Wikipedia Lijst van gemeentelijke monumenten in Utrechtse Heuvelrug