Ze zijn vlug en alert! Je hebt geluk als je er één ziet: de kleine marters wezel, hermelijn en bunzing. Niet in de laatste plaats omdat ze in Utrecht zeldzaam lijken te zijn. Zo zeldzaam dat wezel en hermelijn op de Rode lijst van Nederlandse zoogdieren zijn geplaatst. Maar klopt dit beeld wel? Zoogdieratlas Utrecht roept uw hulp in.
Zoogdieratlas Utrecht probeert van alle zoogdiersoorten in de provincie Utrecht de verspreiding in kaart te brengen. Van veel soorten krijgen we al een goed beeld, maar het aantal waarnemingen van wezel, hermelijn en bunzing valt tegen. Dit zijn de kleine broertjes en zusjes van otter en boommarter. Net als zij hebben de kleine marters korte poten en een langgerekt lichaam. Wezel en hermelijn lijken veel op elkaar. Beide hebben een grijs- tot roodbruine rug en witte buik, maar de hermelijn is groter en heeft een langere staart met een zwarte punt. De bunzing is de grootste van de drie, heeft een donker gekleurde rug en poten en lichte buik en flanken. Op z'n gezicht draagt hij een 'Zorro'-masker.
Nu kan het natuurlijk zo zijn dat deze dieren daadwerkelijk zeldzaam zijn. Door veranderingen in het landschap is veel leefgebied van de kleine marters verdwenen. Kleine marters houden van kleinschalig cultuurlandschap. Als ware struikrovers houden ze zich vooral op waar heggen, houtwallen, ruige bermen en ruige slootoevers de akkers en graslanden doorsnijden. Daar vinden ze hun favoriete voedsel (muizen) en daar zijn voldoende schuilplaatsen om uit te rusten en jongen te werpen. Tegenwoordig is het agrarisch cultuurlandschap grootschaliger. Ook het 'schoner' worden van bossen en boerenerven (het ontbreken van 'rommelplekken', zoals takkenhopen, oude schuurtjes en dergelijke) beperkt de mogelijkheden voor kleine marters. Dit kan de verklaring zijn voor het geringe aantal waarnemingen, maar toch vermoeden wij dat de kleine marters ruimer verspreid voorkomen. Daarom roepen wij iedereen op om iedere wezel, hermelijn of bunzing die men ziet door te geven.
Waarnemingen doorgeven kan via www.telmee.nl of via www.waarneming.nl. U mag ook een e-mail sturen naar dennis.wansink@zoogdiervereniging.nl. Vermeld daarin dan:
- de soort, met een korte beschrijving hoe die er uitzag (heb je 'm gefotografeerd, nog beter);
- de locatie waar je hem zag (bij voorkeur aangegeven op een kaart, GPS-coördinaten of een Google Earth bestand mag ook);
- datum en tijd;
- hoe u hem zag (levend, verkeersslachtoffer, jagend, slapend etc.).
Ook waarnemingen van sporen (prenten, uitwerpselen, vraatresten) zijn welkom. Leg deze waarnemingen wel vast op foto of film, zodat we kunnen controleren dat de determinatie juist is. Beide websites hebben de mogelijkheid om foto's en video's te uploaden. Meer informatie over de drie kleine marters vindt u op de website van de Zoogdiervereniging (www.zoogdiervereniging.nl) onder het kopje 'Zoogdiersoorten'.
door: de Zoogdiervereniging