Bijvoet behoort tot de familie van de composieten (samengesteldbloemigen). De plant komt in onze omgeving zeer veel voor. Overal kun je het grijzig-groene blad met de zilveren onderkant tegenkomen.
De hoogte kan erg variëren: 50 cm tot 1,50 m. De kleine bruingele bloemetjes die uit vele buisbloemetjes bestaan, vormen een losse pluim. Als je het blad tussen je vingers wrijft, verspreidt de alsem een sterk aromatische geur. Vroeger dacht men dat een bosje bijvoet, aan de voet gebonden, vermoeidheid bij het maken van lange wandeltochten voorkwam. Misschien iets om eens uit te proberen ? Ook werd de plant als middel tegen motten gebruikt.
In de artsenij werd de alsem al gebruikt bij de Egyptenaren. Het heeft een gunstige uitwerking op de spijsvertering en is tevens een probaat middel tegen wormen.
De vluchtige olie van de alsem wordt verwerkt in vermouth en in de bekende absinthlikeur. Omdat absinth een stof bevat die het zenuwstelsel kan schaden, is deze drank in veel landen verboden. In vermouth zit te weinig van deze stof om schadelijk te zijn. Dat mag dus wel. Daarom zou ik zeggen: Proost!!!!
Plant: | Bijvoet |
Latijnse naam: | Artemisia Vulgaris |
Vindplaats: | Langs bermen, langs rivieren, op braak liggende terreinen |
Bloeitijd: | Juli tot september |
door: Willemijn Cappetti