Een verrassende ontdekkingstocht naar biodiversiteit op 18 locaties.
Drie biodiversiteit-experts gaven, op 6 november 2024, de eindpresentatie van Expeditie Achtertuin: Menno Schilthuizen (kevers en slakken), Peter Koomen (spinnen) en Maaike de Voogd (duizend- en miljoenpoten, pissebedden, hooiwagens, pseudoschorpioenen, wortelduizendpoten). Na een onderdompeling in de wereld van deze kleine diertjes kregen de tuineigenaren een prachtige poster met 64 verschillende soorten spinnen die zijn waargenomen in Maarn en Maarsbergen tijdens deze expeditie.
Van 8 tot en met 13 juni 2024 werden in Maarn en Maarsbergen achttien verschillende tuinen tijdens de “Expeditie Achtertuin” letterlijk onder de loep genomen door een team van experts van de Stichting Taxon Foundation uit Leiden. Gewapend met buisje, petrischaaltjes, netten en microscopen, gingen zij samen met de enthousiaste bewoners op zoek naar de verborgen diertjes in hun eigen achtertuinen.
De expeditie was niet alleen bedoeld om de biodiversiteit in kaart te brengen, maar ook om bewoners bewust te maken van de natuur in eigen tuin. Natuur die je vaak over het hoofd ziet omdat de soorten zo klein of moeilijk te herkennen zijn. De samenwerking tussen de experts en de bewoners zorgde voor een leuke dynamiek, waarbij kennis en nieuwsgierigheid tot leuke gesprekken leiden.
Na enkele dagen intensief speurwerk, waarbij elk hoekje en gaatje van de tuinen werd onder-zocht, keerden de onderzoekers huiswaarts om hun vondsten nader te bestuderen. Dit grondige thuisonderzoek leverde als resultaten dat er maar liefst 2105 individuele exemplaren gevonden werden verdeeld over 721 verschillende soorten.
Onder de gevonden soorten bevonden zich ook enkele bijzondere en zeldzame soorten. Zo werd in vier van de achttien tuinen de Driestreepspin gevonden. Daarnaast werden er unieke soorten zoals het korstmos met de naam bonte knoopjeskorst en zeldzame loopkever met de naam Perigona Nigriceps aangetroffen.
De lijst met namen is sowieso een feest om door te nemen. Met name de soorten die ook Nederlandse namen hebben. Ik noem er hier een paar op: De miljoenpoot met de naam: Haagse kronkel, of de kevers met namen als: De bronzen dwergloper of Rood-kopkapoentje. Of de wanten met de naam Groene Appelschaduwwants en de Kaneel-glasvleugelwants. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
Mijn tuin was ook één van de 18 tuinen die is onderzocht. De tuin was het jaar ervoor helemaal op de schop geweest en ik vreesde dat er nog niet zoveel soorten te vinden zouden zijn. Maar met ruim 70 soorten ben ik heel tevreden! Wie had er nou gedacht dat er 15 verschillende soorten spinnen in mijn tuin rondbanjeren?
De algemene conclusie van de expeditie is dat tuinen een belangrijk reservoir kunnen zijn voor bijzondere soorten, vooral van bepaalde groepen zoals spinnen, slakken, kevers en korstmossen. Van deze groepen werden aanzienlijke aantallen gevonden, wat de waarde van tuinbiotopen nogmaals onderstreept.
Deze ontdekkingstocht in Maarn en Maarsbergen toont maar weer eens aan dat er in tuinen veel meer te vinden is dan alleen het koolmeesje en de naaktslak.
De Expeditie Achtertuin heeft niet alleen geleid tot een lijst aan wetenschappelijke data, maar heeft er ook geleid dat bewoners weer met een andere blik naar hun ei-gen achtertuinen kijken. Een tuin met verschillende elementen zoals een vijver of haag, wat struiken of een boom en wat rommelige hoekjes met een stapel stenen of een oud stuk hout bieden al snel ruimte voor extra soorten.
Na afloop van de eindpresentaties waren de aanwezigen enthousiast en vol lof over dit project. Een inwoner van de ondergezochte achtertuin reageerde met: ‘er is een wereld voor mij opengegaan.’
Op www.waarneming.nl kun je bij locatie Maarn of Maarsbergen de waarnemingen zien. Op www.mmnatuurlijk.nl staat het onderzoeksrapport, de pdf’s van de presentaties, een sfeerfilmpje, en spinnenposter. De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft dit project financieel mogelijk gemaakt. Onze dank hiervoor.
Tip: de kleine (bodem) diertjes maken misschien wel 80% uit van de biodiversiteit in onze tuinen en balkons. Ze houden van rommelhoekjes, dode bladeren en dode tak-ken. Van giftige bestrijdingsmiddelen houden ze zeker niet. Help je mee om goed voor de kleine (bodem) diertjes te zorgen?
door: Coosje Bakker en Gerda Schregardus