Sfeerverslag van een boeiende middagexcursie door Hans Beijer
Voorpret
Ze hadden er bij het lezen van de aankondiging in "de Modderkoning" al meteen zin in gekregen en dus verzamelen ze zich die zondag de 22e april stipt op tijd op het parkeerterrein van De Twee Marken. We hebben het over de ongeveer 15 deelnemers aan de excursie van Maarn Maarsbergen Natuurlijk naar Ubbergen. De zon staat aan een strak blauwe hemel en het voelt bijna zomers aan, wat de voorpret nog verder verhoogt. Om 13.00u. precies heeft het gezelschap zich verdeeld over de verschillende auto’s: op naar het Madurodam van de Nederlandse landschappen!
Jaap Dirkmaat en zijn strijd voor de dassen
De prima routebeschrijving laat weten dat Ubbergen op slechts één uur afstand rijden van Maarn gelegen is. Dit blijkt te kloppen: iedereen bereikt zonder noemenswaardige problemen de bestemming, te weten het Informatiecentrum Nederlands Cultuurlandschap, gelegen op de noordelijke heuvelflank even ten oosten van Nijmegen. Het werd 12 jaar geleden opgericht en staat onder de bezielende leiding van Jaap Dirkmaat.
Dirkmaat is onder ingewijden beter bekend als de voorvechter van de rechten voor de das. Dit dier zag zijn leefruimte in de vorige eeuw ernstig verkleind worden doordat natuurlijke verbindingszones in het landschap door stedenbouw, wegenaanleg en ruilverkaveling verbroken of verwijderd werden. Van ca. 12000 exemplaren rond 1900 resteerden in 1980 nog maar zo’n 2500. Met zijn stichting Das en Boom heeft Dirkmaat jarenlang geijverd voor herstel van de dassenstand door te strijden voor tunneltjes onder snelwegen, herstel van houtwallen, aanleg van ecoducten e.d. Met succes, want anno 2007 zijn er alweer ca. 4500 dassen in Nederland en wordt gestreefd naar het maximaal mogelijke binnen het huidige verknipte landschap: 5000 dassen.
Het lot van de dassen is vergelijkbaar met dat van vele andere dier- en plantsoorten, die in de knel zijn gekomen door de eisen die de moderne landbouw stelt: een grootschalig en efficiënt ingericht landschap. De gevolgen zijn bekend: minder afwisseling, minder biodiversiteit en daardoor minder belevingswaarde voor de (recreërende) mens. Bovendien kampt de moderne boer met een steeds slechter imago. Hij wordt gezien als vernieler en vervuiler van natuur, milieu en landschap.
Landschapsidylle in het Madurodam van het landschap
Als ons gezelschap het Informatiecentrum binnengaat, valt allereerst de bijna paradijselijke omgeving op: veel, zeer veel fris groen, hoogteverschillen, bloeiende en welriekende bloemen en vrolijke vogelgeluiden. Onderling blijkt de grote kennis van onze deelnemers: de een weet (bijna) alles van vogels, een ander is weer heel bedreven in het determineren van plantjes of beestjes. De gevarieerde omgeving leent zich hier dan ook uitstekend voor.
We lopen ondertussen naar het "binnengedeelte" van het Informatiecentrum waar bezoekers op instructieve wijze kunnen zien hoe ons platteland na jaren van landschappelijke afbraak (ruilverkaveling en landinrichting, waar het belang van de landbouw en economie verreweg het zwaarst woog) ligt te wachten op hernieuwde schoonheid, romantiek en nieuwe kansen voor toerisme, recreatie én landbouw! Ik vind vooral de computerbewerkte foto’s heel instructief: je ziet op de ene foto hoe het agrarisch cultuurlandschap er nu kaaltjes bij ligt en op de foto ernaast hoe het er prachtig uit zou kunnen zien (en hoe het er vroeger waarschijnlijk vaak uit heeft gezien!). Uitvoering van het Deltaplan voor het landschap kan dit tot stand brengen in heel Nederland (zie kader).
In het "buitengedeelte" van het Informatiecentrum is deze idylle reeds alom aanwezig. Onder leiding van twee enthousiaste en kundige gidsen (de groep wordt hiertoe gesplitst) komen we eenmaal weer buiten via een dichte groene tunnelhaag eerst terecht in een andere wereld, de landschapsidylle van zuidwest Engeland, ook wel "de tuin van Europa" genoemd. Vervolgens loopt het pad door een negental miniatuurlandschappen (compleet met molens, boerderijen, sloten, heggen, kerktorens, wegen enz.), die in Nederland nog in bepaalde gebieden te zien zijn en als voorbeeld dienen voor de rest van ons platteland. De strekking van het verhaal is duidelijk: zoveel schoonheid en verscheidenheid is ook in ons eigen landje nog steeds mogelijk, dus waarom dit niet exporteren naar de rest van ons platteland?
Inspiratie
Na de rondleiding loopt het inmiddels tegen vieren. Sommige deelnemers lopen de heuvel af richting auto om weer op huis aan te gaan. Een groepje diehards, onder wie schrijver dezes, denkt daar anders over en maakt vóór de thuisreis nog een inspirerende wandeling door het dal Palland, waar je o.a. houtwallen, holle wegen, graften, vlechtheggen kunt zien ter omlijsting van akkers, weilanden en boomgaarden. Het is een illustratie van wat we eerder geleerd hebben. Tevens is door de hoogteverschillen af en toe sprake van schitterende vergezichten, waarbij b.v. het Rijndal, de Ooypolder en de Elterberg in het vizier komen. Het lijkt symbolisch voor deze aangename middag vol met hoogtepunten. Ieder zal weer een andere mening hebben over hét hoogtepunt van de middag. Was het de rondleiding? De wandeling? De prettige, ontspannen sfeer in de groep? Het schitterende decor van dit alternatieve Madurodam?
Mijn dochtertje vond het hoogtepunt dat ze uit handen van Jaap Dirkmaat himself een klein babydasje (met flesje) mocht vasthouden. Ik zelf zou niet kunnen kiezen. Maar ik durf zeker de stelling aan dat iedereen in ieder geval wel op een of andere wijze geïnspireerd door zoveel schoons en ideeën weer terugkeerde in Maarn.
Na deze middag schiet mij op weg naar huis een zinnetje uit "de Modderkoning" door het hoofd: "deelname aan activiteiten is voor eigen risico". Inderdaad, denk ik, het risico om bij een activiteit van MMN elke keer weer bevangen te worden door bewondering en eerbied voor de schoonheid van de natuur en het landschap!
P.S. Ik had het voorrecht om deze excursie op uitnodiging van Josephine Endert te mogen meemaken, waarvoor mijn dank en als tegenprestatie dit sfeerverslag!
Voor wie er nog even het fijne van wil weten of niet mee kon gaan met deze excursie nog even in het kort de strekking van Dirkmaat’s Deltaplan voor het landschap:
Deltaplan voor het landschap
Jaarlijks is 600 miljoen euro (de rente van een te vormen, liefst particulier, landschapsfonds van 12 miljard euro) nodig om langs de randen van alle (overigens voor de agrarische productie voldoende grote) akker- en weidepercelen heggen, houtwallen, bloemrijke stroken, hagen, sloten met lichtglooiende oevers en andere landschapselementen aan te leggen én te onderhouden (door de boeren). In totaal gaat het dan om een lengte van 200.000 km aan waardevolle landschapselementen! Ongeveer 50.000 km wordt gekoppeld aan paden voor wandelaars, fietsers en ruiters en aan kanoroutes. Planten- en diersoorten krijgen zo weer een goed leefmilieu, de boer draagt weer zorg voor het landschap tegen een lonende vergoeding en toerisme en recreatie krijgen ongekende uitbreidingsmogelijkheden. Goed voor de economie, goed voor de landschappelijke beleving en goed voor de natuur. En goed voor de boer: tegen minimaal de zelfde inkomsten als voedselproducent, natuur- en landschapsbeheerder, recreatie-ondernemer e.d. krijgt hij weer meer maatschappelijke waardering vanwege de meerdere functies voor de samenleving. Indien het geld beschikbaar komt, kan dit Deltaplan al in 20 jaar tijd gerealiseerd worden.